AVONDUREN WORDEN AVONTUREN
WELKOM BIJ DE STEDELIJKE KUNSTACADEMIE VAN TIELT
Deze academie is bij uitstek de plaats van de grootste gelijkwaardigheid. Iedere mens die haar deuren binnentreedt, onderscheidt zich, door hun moed en hun grote betrokkenheid tot zichzelf, de ander en de wereld. Door het onderscheid letterlijk en figuurlijk te willen maken. En daarin zijn zij allen evenwaardig. In een tijdperk met een tomeloos tempo, meedogenloze maatstaven en de ontzaglijke zap-zucht, kiezen onze leerlingen ervoor om de tijd te nemen en die te koesteren. In tijden van het grote gelijk, misplaatste stelligheid en onbuigzame overtuiging, kiezen zij voor de twijfel, de nieuwsgierigheid en voor de onzekere zoektocht. In een hedendaagse wereld vol ongrijpbare ontwikkelingen van diverse digitale middelen en numeriek gereedschap, die ons enkel de slaafse toepassing ervan toestaan en waarvan wij de technische werking stilaan niet meer kunnen begrijpen, willen zij tastbare materie doorgronden, voelen en bevatten. Uit klei, uit metaal, uit verf, grafiet, inkt en papier, groeien zij gestaag naar grote beheersing. Daar waar anderen in deze wereld louter leren overleven, kozen zij om te leren over ’t leven. In plaats van knus en conservatief comfort te kiezen, geven zij zich vurig over aan het avontuur. Onze studenten kiezen niet voor de veilige haven van het welbehagen, maar voor de woelige wateren van de weifeling. Daar waar de maatschappij er vaak vanuit gaat dat onze verantwoordelijkheden als burger, als werknemer of werkgever, als zorgverantwoordelijke voor anderen als ouder, grootouder, zoon of dochter onze belangrijkste bestemming is, kiezen zij er voor om, buiten hun maatschappelijke en familiale verantwoordelijkheden, ook kostbare tijd en ruimte in zichzelf te investeren. Voor de duur van een lesmoment zijn zij dan even geen werknemer, geen grootmoeder, geen vader, geen dochter. Professor Pedagogie Jan Masschelein noemt deze belangrijke stap in zijn essay ‘Het Atelier als Autonome Pedagogische Plek’ de ‘opheffing’. Deze kortstondige ontbinding van werk, gezin en de samenleving ziet ook hij als een belangrijke voorwaarde om zich voluit te kunnen toeleggen op de meest persoonlijke en diepgravende reis die een opleiding beeldende kunsten verlangt. Elk jaar hoor ik studenten bij de start van de lessenreeks zeggen dat ze ‘eindelijk terug thuis zijn’. Laatst omschreef een ouder van een kind van 6 de tekenles als ‘de mooiste uurtjes van de week’.
We kunnen de moed die elke leerling die aan onze academie een beeldend onderzoek aangaat niet onderschatten. Via het beeld proberen zij zich immers te verhouden tot de wereld waarin zij leven en deze wereld aan te gaan in plaats van te ondergaan. Oprechte beelden vertellen bovendien veel over hun maker: hoe die in het leven staat, hun zuiverste ziel, diep-menselijk temperament, innige emoties en verdoken kwetsbaarheden. Alleen al in staat zijn om deze tot uitdrukking te brengen in een beeld, is een ontzaglijke overwinning, maar uitdrukken is bovendien ‘ter wereld brengen’, openbaren. De authentieke uitdrukking die het kunstwerk biedt, wordt immers ontvangen door de ander en vraagt van de toeschouwer een reactie.
In het atelier worden onze cursisten urenlang, jarenlang bevraagd over hun werk(wijze) door de docenten die hen begeleidden. Dan is er nog de confrontatie met de medestudenten, de reacties van het thuisfront en van het publiek, om nog maar te zwijgen van de externe jury met een mandaat om onze studenten respectvol doch recht-door-zee te bevragen naar de motieven en beweeggronden van de studenten en hen bestoken met vragen over vorm, omvang, verhoudingen, vakkennis, verhaal en gevoel. De beelden die in de atelier ontstaan, vertellen niet alleen het meest persoonlijke verhaal, maar dragen samen ook een belangrijke gemeenschappelijke boodschap in zich: ik was hier, ik was aandachtig, ik heb de tijd genomen om stil te staan. Ik ben oprecht mezelf geweest. In plaats van de tekst te lezen, schrijven onze leerlingen hem letter voor letter en hebben deze zo veel intenser beleefd. In plaats van in vogelvlucht een weg van op afstand te overschouwen, kiezen onze studenten ervoor om deze te bewandelen, om zich over te geven aan zijn bochten en obstakels.
De artistieke opleiding is daarom, naast een vormend gegeven, ook een ont-vormende ervaring. Je wordt gedurende het trage, intense proces immers niet alleen meer jezelf, maar ook in grote mate iemand anders. Via de afgelegde weg komen mensen opnieuw ‘ter wereld’. In die zin kan je na een kunstopleiding dus zelfs spreken van een soort 'wedergeboorte'. Het eindpunt van de opleiding is dus meteen ook een nieuw begin! Want welk traject onze leerlingen na de academie ook bewandelen, zij blijven onderweg even aandachtig en nieuwsgierig en geven zich over aan de verrassingen die het pad hen brengt. De naschoolse uren, de tijd na de werkuren, worden zo grote en kleine avonturen. Jonas Callens - directeur